Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. frame:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Frame:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor frame (Nederlands) in het Duits

frame:

frame [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het frame (raamwerk; geraamte; skelet)
    der Rahmen; Gestell; Gerüst; Gerippe
    • Rahmen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gestell [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gerüst [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gerippe [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. het frame
  3. het frame
  4. het frame
    der Rahmen
    • Rahmen [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor frame:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gerippe frame; geraamte; raamwerk; skelet botten; bottenbouw; gebeente; geraamte; karkas; knekelman; skelet
Gerüst frame; geraamte; raamwerk; skelet botten; casco; chassis; gebeente; geraamte; kerngedachte; latwerk; rek; skelet; stellage; stelling; vliegtuigromp
Gestell frame; geraamte; raamwerk; skelet brilmontuur; chassis; driepoot; droogrek; fitting; geraamte; heugelstang; karkas; latwerk; montuur; onderstel; poot; rek; schoor; schraag; staander; statief; stellage; stelling; voet
Rahmen frame; geraamte; raamwerk; skelet chassis; geraamte; kader; lijst; omlijsting; omranding; raam; rand
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Frame frame
Videoframe frame

Verwante woorden van "frame":

  • frames

Wiktionary: frame

frame
noun
  1. een stilstaand beeld uit een bewegende film
frame
noun
  1. Vorrichtung, die für etwas zur Befestigung bzw. als Träger dient



Duits

Uitgebreide vertaling voor frame (Duits) in het Nederlands

Frame:

Frame

  1. Frame (Videoframe)
    het frame
    • frame [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Frame:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frame Frame; Videoframe Gerippe; Gerüst; Gestell; Rahmen