Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. idiotie:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Idiotie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor idiotie (Nederlands) in het Duits

idiotie:

idiotie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de idiotie (zwakzinnigheid; achterlijkheid; gestoordheid; debiliteit; imbeciliteit)
    die Geisteskrankheit

Vertaal Matrix voor idiotie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geisteskrankheit achterlijkheid; debiliteit; gestoordheid; idiotie; imbeciliteit; zwakzinnigheid dwaasheid; geestesstoornis; geestesstoring; geestesziekte; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; zotheid

Wiktionary: idiotie


Cross Translation:
FromToVia
idiotie Idiotie idiotie — médecine|fr diminution notable ou disparition de l’intelligence et des facultés affectif, sensitif et motrices accompagner ou non de perversion des instincts.



Duits

Uitgebreide vertaling voor idiotie (Duits) in het Nederlands

Idiotie:

Idiotie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Idiotie (Dummheit; Verrücktheit; Flause; )
    de gekkigheid; de dwaasheid; de gekte; de gekheid; de idioterie; de zotheid
    • gekkigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • dwaasheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gekte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gekheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • idioterie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zotheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Idiotie (Irrsinn; Torheit; Unsinn; )
    het gekkenwerk
  3. die Idiotie (Ideotismus)
    het idiotisme
  4. die Idiotie (Narrheit; Torheit; Irrsinn; Absurdität)
    de ongerijmdheid; de absurditeit; de onzinnigheid; de dwaasheid; de idioterie; het onverstand

Vertaal Matrix voor Idiotie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absurditeit Absurdität; Idiotie; Irrsinn; Narrheit; Torheit
dwaasheid Absurdität; Albernheit; Dummheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Flause; Geisteskrankheit; Geistesstörung; Geistesverwirrung; Geistlosigkeit; Idiotie; Irrsinn; Kinderei; Kindlichkeit; Kleinigkeit; Narrheit; Schäkerei; Tobsucht; Torheit; Unklugheit; Verrücktheit; Wut
gekheid Albernheit; Dummheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Flause; Geisteskrankheit; Geistesstörung; Geistesverwirrung; Geistlosigkeit; Idiotie; Kinderei; Kindlichkeit; Kleinigkeit; Narrheit; Schäkerei; Tobsucht; Torheit; Unklugheit; Verrücktheit; Wut Keckheit; Schalkhaftigkeit; Schelmerei; Scherz; Spaß; Späßchen; Streich; Ulk; Witz
gekkenwerk Dummheit; Idiotie; Irrsinn; Torheit; Unklugheit; Unsinn; Verrücktheit
gekkigheid Albernheit; Dummheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Flause; Geisteskrankheit; Geistesstörung; Geistesverwirrung; Geistlosigkeit; Idiotie; Kinderei; Kindlichkeit; Kleinigkeit; Narrheit; Schäkerei; Tobsucht; Torheit; Unklugheit; Verrücktheit; Wut
gekte Albernheit; Dummheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Flause; Geisteskrankheit; Geistesstörung; Geistesverwirrung; Geistlosigkeit; Idiotie; Kinderei; Kindlichkeit; Kleinigkeit; Narrheit; Schäkerei; Tobsucht; Torheit; Unklugheit; Verrücktheit; Wut
idioterie Absurdität; Albernheit; Dummheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Flause; Geisteskrankheit; Geistesstörung; Geistesverwirrung; Geistlosigkeit; Idiotie; Irrsinn; Kinderei; Kindlichkeit; Kleinigkeit; Narrheit; Schäkerei; Tobsucht; Torheit; Unklugheit; Verrücktheit; Wut Rückständigkeit; Schwachsinnigkeit; Unsinnigkeit; Wahnsinn; Zurückgebliebenheit
idiotisme Ideotismus; Idiotie
ongerijmdheid Absurdität; Idiotie; Irrsinn; Narrheit; Torheit
onverstand Absurdität; Idiotie; Irrsinn; Narrheit; Torheit
onzinnigheid Absurdität; Idiotie; Irrsinn; Narrheit; Torheit Fruchtlosigkeit; Sterilität
zotheid Albernheit; Dummheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Flause; Geisteskrankheit; Geistesstörung; Geistesverwirrung; Geistlosigkeit; Idiotie; Kinderei; Kindlichkeit; Kleinigkeit; Narrheit; Schäkerei; Tobsucht; Torheit; Unklugheit; Verrücktheit; Wut

Synoniemen voor "Idiotie":


Wiktionary: Idiotie


Cross Translation:
FromToVia
Idiotie idiotie idiotie — médecine|fr diminution notable ou disparition de l’intelligence et des facultés affectif, sensitif et motrices accompagner ou non de perversion des instincts.