Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. implantatie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor implantatie (Nederlands) in het Duits

implantatie:

implantatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de implantatie (inplanting)
    die Einpflanzung; Implantat

Vertaal Matrix voor implantatie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Einpflanzung implantatie; inplanting
Implantat implantatie; inplanting

Verwante woorden van "implantatie":

  • implantaties

Wiktionary: implantatie

implantatie
noun
  1. inplanting