Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. intrige:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Intrige:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor intrige (Nederlands) in het Duits

intrige:

intrige [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de intrige (konkelarij; gekonkel)
    die Intrigen; die Mauschelei; die Kungelei; der Ränke
  2. de intrige (plot; verwikkeling)
    der Plot
    • Plot [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor intrige:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Intrigen gekonkel; intrige; konkelarij
Kungelei gekonkel; intrige; konkelarij
Mauschelei gekonkel; intrige; konkelarij
Plot intrige; plot; verwikkeling
Ränke gekonkel; intrige; konkelarij

Verwante woorden van "intrige":


Wiktionary: intrige


Cross Translation:
FromToVia
intrige Intrige intrigue — plot or scheme



Duits

Uitgebreide vertaling voor intrige (Duits) in het Nederlands

Intrige:

Intrige [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Intrige (Intrigieren; Machenschaft; Klompottieren)
    samenzweren; komplotteren

Vertaal Matrix voor Intrige:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komplotteren Intrige; Intrigieren; Klompottieren; Machenschaft
samenzweren Intrige; Intrigieren; Klompottieren; Machenschaft
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
samenzweren sich verschwören; zusammenrotten

Synoniemen voor "Intrige":


Wiktionary: Intrige


Cross Translation:
FromToVia
Intrige intrige intrigue — plot or scheme