Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. koppelwerkwoord:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koppelwerkwoord (Nederlands) in het Duits

koppelwerkwoord:

koppelwerkwoord [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het koppelwerkwoord
    die Kopula
    • Kopula [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor koppelwerkwoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kopula koppelwerkwoord

Verwante woorden van "koppelwerkwoord":

  • koppelwerkwoorden

Wiktionary: koppelwerkwoord

koppelwerkwoord
noun
  1. een werkwoord dat een eigenschap koppelt aan het onderwerp

Cross Translation:
FromToVia
koppelwerkwoord Kopula copula — grammar: linking kind of word