Landmacht: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Landmacht:
- landmacht; landleger; leger; krijgsmacht; legermacht; strijdmacht; troepenmacht; heir; strijdkrachten

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor landmacht (Nederlands) in het Duits

de landmacht (landleger)
die Landmacht; Heer; die Landtruppen
- Landmacht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Landtruppen [die ~] zelfstandig naamwoord
de landmacht
Heer
- Heer [das ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Heer	landleger; landmacht	heir; krijgsmacht; leger; legermacht; legers; manschappen; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
Landmacht	landleger; landmacht	heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
Landtruppen	landleger; landmacht	krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht

Cross Translation:

From	To	Via
• landmacht	→ Armee; Heer; Landstreitkräfte	↔ army — military force concerned mainly with ground operations

Duits

die Landmacht (Heer; Landtruppen)
de landmacht; het landleger
- landmacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- landleger [het ~] zelfstandig naamwoord
die Landmacht (Kriegsmacht; Armee; Landtruppen; Militär; Streitmacht; Heer; Heeresmacht)
het leger; de krijgsmacht; de legermacht; de strijdmacht; de troepenmacht
- leger [het ~] zelfstandig naamwoord
- krijgsmacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- legermacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- strijdmacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- troepenmacht [de ~] zelfstandig naamwoord
die Landmacht (Streitmacht; Armee; Kriegsmacht; Militär; Heeresmacht; Heer)
het leger; heir; de legermacht; de strijdmacht; de krijgsmacht
- leger [het ~] zelfstandig naamwoord
- heir [znw.] zelfstandig naamwoord
- legermacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- strijdmacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- krijgsmacht [de ~] zelfstandig naamwoord
die Landmacht (Streitkräfte; Armee; Heer; Militär; Kriegsmacht; Streitmacht; Heeresmacht)
de strijdkrachten
- strijdkrachten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
heir	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Militär; Streitmacht
krijgsmacht	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht	Armee
landleger	Heer; Landmacht; Landtruppen
landmacht	Heer; Landmacht; Landtruppen	Heer
leger	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht	Kamp; Käfig; Lager; Lagerplatz; Verschlag
legermacht	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht
strijdkrachten	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Militär; Streitkräfte; Streitmacht
strijdmacht	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht
troepenmacht	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
leger		militär; militärisch