Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. opwinding:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opwinding (Nederlands) in het Duits

opwinding:

opwinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de opwinding (seksuele geprikkeldheid; opgewondenheid)
    die Erregung; die sexuelle Aufregung

Vertaal Matrix voor opwinding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erregung opgewondenheid; opwinding; seksuele geprikkeldheid
sexuelle Aufregung opgewondenheid; opwinding; seksuele geprikkeldheid

Wiktionary: opwinding

opwinding
Cross Translation:
FromToVia
opwinding Agitation; Aufwühlung agitation — Act of agitating
opwinding Aufregung; Begeisterung buzz — feeling of energy or excitement
opwinding Beklommenheit trepidation — a fearful state