Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ornament:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ornament:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ornament (Nederlands) in het Duits

ornament:

ornament [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ornament
    Ornament; die Verzierung

Vertaal Matrix voor ornament:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ornament ornament
Verzierung ornament benodigde; corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; monstering; opluisteren; opluistering; opsiering; ornamentiek; outfit; outillage; sierwerk; tooi; tooien; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versieren; versiering; versiersel

Verwante woorden van "ornament":

  • ornamenten

Wiktionary: ornament


Cross Translation:
FromToVia
ornament Verzierung; Schnörkel flourish — ornamentation



Duits

Uitgebreide vertaling voor ornament (Duits) in het Nederlands

Ornament:

Ornament [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ornament (Verzierung)
    het ornament
    • ornament [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ornament:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ornament Ornament; Verzierung

Synoniemen voor "Ornament":