Nederlands
Uitgebreide vertaling voor plantenrijk (Nederlands) in het Duits
plantenrijk: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- plant: Pflanze; Gewächs
- rijk: Land; Staat; Reich; Nation; steinreich; kapitalkräftig; finanzstark; sehr reich
- planten: pflanzen; einpflanzen; ziehen; treiben; erzeugen; zeugen; aufbauen; züchten; umbauen; umwandeln; hegen; aufziehen; heranziehen; hervorbringen; anbauen; umgestalten; kultivieren; fortpflanzen; heranbilden; anpflanzen; Anpflanzung; Anbauen; Anpflanzen; Anbau; Vegetation; Bepflanzung
- plannen: planen; ausdenken; ausklügeln; austüfteln; sich ausdenken; Zeitplan festlegen
Wiktionary: plantenrijk
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • plantenrijk | → Reich | ↔ kingdom — taxonomic division, below Domain and above Phylum |