Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. referent:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Referent:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor referent (Nederlands) in het Duits

referent:

referent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de referent (verslaggever; rapporteur; journalist; )
    der Journalist; der Berichterstatter; der Korrespondent; der Kommentator; der Informant

Vertaal Matrix voor referent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Berichterstatter berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever correspondent; journalist ter plaatse
Informant berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever aanbrenger; informant; politie-informant; tipgever; verklikker
Journalist berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever correspondent; journalist ter plaatse
Kommentator berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever
Korrespondent berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever correspondent; journalist ter plaatse

Verwante woorden van "referent":

  • referenten

Wiktionary: referent


Cross Translation:
FromToVia
referent Referenz reference — information about a person, provided by someone (a referee) with whom they are well acquainted



Duits

Uitgebreide vertaling voor referent (Duits) in het Nederlands

Referent:

Referent [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Referent (Einführer; Importeur)
    de inleider
    • inleider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Referent
    de presentator

Vertaal Matrix voor Referent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inleider Einführer; Importeur; Referent
presentator Referent Moderator; Präsentator

Synoniemen voor "Referent":