Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. roker:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor roker (Nederlands) in het Duits

roker:

roker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de roker
    der Raucher
    • Raucher [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor roker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Raucher roker rokers

Verwante woorden van "roker":


Wiktionary: roker

roker
noun
  1. norddeutsch, umgangssprachlich, Plural 2: jemand, der gewohnheitsmäßig raucht