Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- schepper:
- Schepper:
-
Wiktionary:
- schepper → Weltschöpfer, Schöpfergott, Schöpfer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schepper (Nederlands) in het Duits
schepper:
-
de schepper (aker; schepemmer)
die Wasserkanne -
de schepper (maker; auteur; voortbrenger)
-
de schepper (creator; maker)
-
de schepper (God; Here)
Vertaal Matrix voor schepper:
Verwante woorden van "schepper":
Wiktionary: schepper
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schepper | → Weltschöpfer; Schöpfergott; Schöpfer | ↔ creator — the deity that created the world |
Schepper:
-
de Schepper (God; Almachtige; opperwezen; heer)
Vertaal Matrix voor Schepper:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Allmächtiger | Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen | God; Opperwezen; almachtige; god; goddelijkheid; godheid; hemelheer; hemelvader |
Gott | Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen | God; afgodsbeeld; creator; god; maker; schepper |
Heiliger Vater | Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen | |
Herrgott | Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen | God |