Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sifon:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sifon (Nederlands) in het Duits

sifon:

sifon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sifon (stankafsluiter)
    der Siphonverschluß; der Geruchsverschluß
  2. de sifon (spuitwaterfles)
    der Siphon; die Spritzflasche; die Siphonflasche

Vertaal Matrix voor sifon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geruchsverschluß sifon; stankafsluiter
Siphon sifon; spuitwaterfles
Siphonflasche sifon; spuitwaterfles
Siphonverschluß sifon; stankafsluiter
Spritzflasche sifon; spuitwaterfles spuitfles

Verwante woorden van "sifon":

  • sifons

Wiktionary: sifon

sifon
noun
  1. Geruchsverschluss beim Wasserablauf