Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: stoer

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: stoer

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

stoer:
- stämmig; vierschrötig; rüstig
Wiktionary:
- stoer → fest, befestigt, haltbar, wiederstandsfähig

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Stör:
- steur
Wiktionary:
- Stör → steur
- Stör → steur

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stoer (Nederlands) in het Duits

stoer:

stoer bijvoeglijk naamwoord

stoer (flink)
stämmig; vierschrötig; rüstig
- stämmig bijvoeglijk naamwoord
- vierschrötig bijvoeglijk naamwoord
- rüstig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor stoer:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rüstig	flink; stoer
stämmig	flink; stoer	ferm; flink; fors; fysiek sterk; gespierd; krachtig; massief; niet hol; potig; sterk; stevig
vierschrötig	flink; stoer

Verwante woorden van "stoer":

stoerheid, stoerst, stoerste, stoere

Wiktionary: stoer

Cross Translation:

From	To	Via
• stoer	→ fest; befestigt; haltbar; wiederstandsfähig	↔ robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant.

Duits

Uitgebreide vertaling voor stoer (Duits) in het Nederlands

Stör:

Stör [der ~] zelfstandig naamwoord

der Stör
de steur
- steur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Stör:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
steur	Stör

Wiktionary: Stör

Stör

noun

Zoologie: ein Knochenfisch mit der Gattungsbezeichnung Acipenser, Lieferant von Kaviar (Rogen)
- Stör → steur

Stör

noun

Acipenser sturio
- steur → Stör

Cross Translation:

From	To	Via
• Stör	→ steur	↔ sturgeon — fish of family Acipenseridae
• Stör	→ steur	↔ esturgeon — poisson