Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tater:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tateren (Nederlands) in het Duits

tateren vorm van tater:

tater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tater
    der Schwätzer

Vertaal Matrix voor tater:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schwätzer tater bluffer; bluffers; dikdoener; druktemaker; opschepper; opscheppers; opsnijders; pocher; pochers; praalhansen; praatjesmakers; showbinken; snoever; snoevers; veelprater; windbuil; windbuilen; zenuwlijder; zwammers

Verwante woorden van "tater":

  • tateren, taters, tatertje


Wiktionary: tateren


Cross Translation:
FromToVia
tateren quatschen; quasseln yak — talk informally, persistently