Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uitbrander:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitbrander (Nederlands) in het Duits

uitbrander:

uitbrander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitbrander (schrobbering; standje)
    der Tadel; der Verweis
    • Tadel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Verweis [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitbrander:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Tadel schrobbering; standje; uitbrander berisping; berispingen; berispingkjes; blaam; gisping; lering; reprimande; reprimandes; standje; standjes; terechtwijzing; terechtwijzingen; vermaning; verwijt; waarschuwing
Verweis schrobbering; standje; uitbrander berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt

Wiktionary: uitbrander

uitbrander
noun
  1. hevige berisping

Verwante vertalingen van uitbrander