Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: verbluffen

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: verbluffen

Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verbluffen:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Verblüffen:
  2. verblüffen:
  3. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verbluffen (Nederlands) in het Duits

verbluffen:

verbluffen werkwoord (verbluf, verbluft, verblufte, verbluften, verbluft)

  1. verbluffen (overdonderen)
    erstaunen; verblüffen; verdutzen
    • erstaunen werkwoord
    • verblüffen werkwoord (verblüffe, verblüffst, verblüfft, verblüffte, verblüfftet, verblüfft)
    • verdutzen werkwoord (verdutze, verdutzt, verdutzte, verdutztet, verdutzt)

Conjugations for verbluffen:

o.t.t.
  1. verbluf
  2. verbluft
  3. verbluft
  4. verbluffen
  5. verbluffen
  6. verbluffen
o.v.t.
  1. verblufte
  2. verblufte
  3. verblufte
  4. verbluften
  5. verbluften
  6. verbluften
v.t.t.
  1. heb verbluft
  2. hebt verbluft
  3. heeft verbluft
  4. hebben verbluft
  5. hebben verbluft
  6. hebben verbluft
v.v.t.
  1. had verbluft
  2. had verbluft
  3. had verbluft
  4. hadden verbluft
  5. hadden verbluft
  6. hadden verbluft
o.t.t.t.
  1. zal verbluffen
  2. zult verbluffen
  3. zal verbluffen
  4. zullen verbluffen
  5. zullen verbluffen
  6. zullen verbluffen
o.v.t.t.
  1. zou verbluffen
  2. zou verbluffen
  3. zou verbluffen
  4. zouden verbluffen
  5. zouden verbluffen
  6. zouden verbluffen
diversen
  1. verbluf!
  2. verbluft!
  5. verbluft
  6. verbluffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verbluffen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erstaunen overdonderen; verbluffen bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen
verblüffen overdonderen; verbluffen overbluffen; overdonderen
verdutzen overdonderen; verbluffen

Wiktionary: verbluffen

Cross Translation:
FromToVia
• verbluffen → bestürzt machen; in Bestürzung versetzen; konsternieren ↔ abasourdir — assourdir, étourdir par un grand bruit.
• verbluffen → bestürzt machen; in Bestürzung versetzen; konsternieren ↔ consterner — frapper de consternation.
• verbluffen → bestürzt machen; in Bestürzung versetzen; konsternieren ↔ stupéfier — engourdir, diminuer ou suspendre le sentiment et le mouvement.

Computer vertaling door derden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verbluffen (Duits) in het Nederlands

Verblüffen:

Verblüffen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Verblüffen
    overdonderen

Vertaal Matrix voor Verblüffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overdonderen Verblüffen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overdonderen erstaunen; sprachlos machen; verblüffen; verdutzen

verbluffen vorm van verblüffen:

verblüffen werkwoord (verblüffe, verblüffst, verblüfft, verblüffte, verblüfftet, verblüfft)

  1. verblüffen (sprachlos machen)
    overdonderen; overbluffen
    • overdonderen werkwoord (overdonder, overdondert, overdonderde, overdonderden, overdonderd)
    • overbluffen werkwoord (overbluf, overbluft, overblufte, overbluften, overbluft)
  2. verblüffen (erstaunen; verdutzen)
    overdonderen; verbluffen
    • overdonderen werkwoord (overdonder, overdondert, overdonderde, overdonderden, overdonderd)
    • verbluffen werkwoord (verbluf, verbluft, verblufte, verbluften, verbluft)

Conjugations for verblüffen:

Präsens
  1. verblüffe
  2. verblüffst
  3. verblüfft
  4. verblüffen
  5. verblüfft
  6. verblüffen
Imperfekt
  1. verblüffte
  2. verblüfftest
  3. verblüffte
  4. verblüfften
  5. verblüfftet
  6. verblüfften
Perfekt
  1. bin verblüfft
  2. bist verblüfft
  3. ist verblüfft
  4. sind verblüfft
  5. seid verblüfft
  6. sind verblüfft
1. Konjunktiv [1]
  1. verblüffe
  2. verblüffest
  3. verblüffe
  4. verblüffen
  5. verblüffet
  6. verblüffen
2. Konjunktiv
  1. verblüffete
  2. verblüffetest
  3. verblüffete
  4. verblüffeten
  5. verblüffetet
  6. verblüffeten
Futur 1
  1. werde verblüffen
  2. wirst verblüffen
  3. wird verblüffen
  4. werden verblüffen
  5. werdet verblüffen
  6. werden verblüffen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verblüffen
  2. würdest verblüffen
  3. würde verblüffen
  4. würden verblüffen
  5. würdet verblüffen
  6. würden verblüffen
Diverses
  1. verblüff!
  2. verblüfft!
  3. verblüffen Sie!
  5. verblüfft
  6. verblüffend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verblüffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overdonderen Verblüffen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overbluffen sprachlos machen; verblüffen
overdonderen erstaunen; sprachlos machen; verblüffen; verdutzen
verbluffen erstaunen; verblüffen; verdutzen

Synoniemen voor "verblüffen":


Wiktionary: verblüffen

verblüffen
verb
  1. verbluffen

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0390 seconde
Page rendered in 1.0 seconds