Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voorbije (Nederlands) in het Duits
voorbije vorm van voorbij:
-
voorbij (gepasseerd)
-
voorbij (verstreken; beëindigd; verlopen; vervallen)
verstrichen; beendet; fällig; um-
verstrichen bijvoeglijk naamwoord
-
beendet bijvoeglijk naamwoord
-
fällig bijvoeglijk naamwoord
-
um bijvoeglijk naamwoord
-
-
voorbij (af; voltooid; over; klaar; uit; afgelopen; geëindigd; gereed; afgedaan)
-
voorbij (voltooid; klaar; beëindigd; over; afgelopen; gereed; uit; gedaan; af; gepleegd; geëindigd)
Vertaal Matrix voor voorbij:
Verwante woorden van "voorbij":
Synoniemen voor "voorbij":
Verwante definities voor "voorbij":
Wiktionary: voorbije
Computer vertaling door derden: