Nederlands
Uitgebreide vertaling voor werklust (Nederlands) in het Duits
werklust:
-
de werklust (daadkracht; momentum; esprit; energie; kracht; puf; aandrift; fut)
die Leistungsfähigkeit; die Arbeitsfähigkeit; die Kraft; die Tatkraft; die Arbeitskraft; die Feurigkeit; die Schneidigkeit; die Energie; die Triebkraft; die Spannkraft; die Seele; die Hektik; die Inbrunst; die Arbeitslust -
de werklust (vlijt; nijverheid; ijverigheid; werkzaamheid; ijver; noestigheid; naarstigheid; vlijtigheid)
Vertaal Matrix voor werklust:
Computer vertaling door derden:
Duits
Uitgebreide vertaling voor werklust (Duits) in het Nederlands
werklust: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Werk: werk; kunstwerk; meesterwerk; fabriek; oeuvre; verzamelde werken; actie; handeling; daad; aktie
- Lust: genot; drift; wellust; lust; begeerte; heftig verlangen; plezier; genoegen; aardigheid; pret; leut; jool; seksuele begeerte; lol; keet; gein; jolijt; tevredenheid; content; vrolijkheid; blijheid; opgewektheid; blijmoedigheid
Computer vertaling door derden: