Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. neuzen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geneusd (Nederlands) in het Duits

geneusd vorm van neuzen:

neuzen werkwoord (neus, neust, neusde, neusden, geneusd)

  1. neuzen (speuren)
    stöbern; schnüffeln; herumkramen; spionieren
    • stöbern werkwoord (stöbere, stöberst, stöbert, stöberte, stöbertet, gestöbert)
    • schnüffeln werkwoord (schnüffele, schnüffelst, schnüffelt, schnüffelte, schnüffeltet, geschnüffelt)
    • herumkramen werkwoord (krame herum, kramst herum, kramt herum, kramte herum, kramtet herum, herumgekramt)
    • spionieren werkwoord (spioniere, spionierst, spioniert, spionierte, spioniertet, spioniert)

Conjugations for neuzen:

o.t.t.
  1. neus
  2. neust
  3. neust
  4. neuzen
  5. neuzen
  6. nneuzen
o.v.t.
  1. neusde
  2. neusde
  3. neusde
  4. neusden
  5. neusden
  6. neusden
v.t.t.
  1. heb geneusd
  2. hebt geneusd
  3. heeft geneusd
  4. hebben geneusd
  5. hebben geneusd
  6. hebben geneusd
v.v.t.
  1. had geneusd
  2. had geneusd
  3. had geneusd
  4. hadden geneusd
  5. hadden geneusd
  6. hadden geneusd
o.t.t.t.
  1. zal neuzen
  2. zult neuzen
  3. zal neuzen
  4. zullen neuzen
  5. zullen neuzen
  6. zullen neuzen
o.v.t.t.
  1. zou neuzen
  2. zou neuzen
  3. zou neuzen
  4. zouden neuzen
  5. zouden neuzen
  6. zouden neuzen
diversen
  1. neus!
  2. neust!
  3. geneusd
  4. neuzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor neuzen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herumkramen neuzen; speuren broddelen; graaien; grabbelen; in iets rondtasten; prutsen; rommelen; snuffelen
schnüffeln neuzen; speuren drugs gebruiken; drugs snuiven; een loopneus hebben; een snuif nemen; gluren; insnuiven; naspeuring doen; opsnuiven; rechercheren; rondwroeten; snuffelen; snuiven; speuren; stiekem kijken
spionieren neuzen; speuren bespieden; bespioneren; gluren; koekeloeren; snuffelen; spieden; spioneren; stiekem kijken
stöbern neuzen; speuren bladeren; draaien; graaien; grabbelen; in iets rondtasten; kolken; rommelen; ronddraaien; snuffelen

Verwante woorden van "neuzen":