Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. keilen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor keilend (Nederlands) in het Duits

keilend vorm van keilen:

keilen werkwoord (keil, keilt, keilde, keilden, gekeild)

  1. keilen
    schmeißen; pfeffern; werfen
    • schmeißen werkwoord (schmeiße, schmeißest, schmeißt, schmißt, schmissen, geschmissen)
    • pfeffern werkwoord (pfeffere, pfefferst, pfeffert, pfefferte, pfeffertet, gepfeffert)
    • werfen werkwoord (werfe, wirfst, wirft, warf, warft, geworfen)

Conjugations for keilen:

o.t.t.
  1. keil
  2. keilt
  3. keilt
  4. keilen
  5. keilen
  6. keilen
o.v.t.
  1. keilde
  2. keilde
  3. keilde
  4. keilden
  5. keilden
  6. keilden
v.t.t.
  1. heb gekeild
  2. hebt gekeild
  3. heeft gekeild
  4. hebben gekeild
  5. hebben gekeild
  6. hebben gekeild
v.v.t.
  1. had gekeild
  2. had gekeild
  3. had gekeild
  4. hadden gekeild
  5. hadden gekeild
  6. hadden gekeild
o.t.t.t.
  1. zal keilen
  2. zult keilen
  3. zal keilen
  4. zullen keilen
  5. zullen keilen
  6. zullen keilen
o.v.t.t.
  1. zou keilen
  2. zou keilen
  3. zou keilen
  4. zouden keilen
  5. zouden keilen
  6. zouden keilen
diversen
  1. keil!
  2. keilt!
  3. gekeild
  4. keilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor keilen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pfeffern keilen
schmeißen keilen afzetten; donderen; droppen; ergens loslaten; kwakken; lazeren; naar beneden werpen; neerkwakken; neerwerpen; omlaag werpen; onweren; slagen voor; smakken; smijten; sodemieteren
werfen keilen afzetten; droppen; ergens loslaten; gooien; lazeren; slingeren; sodemieteren

Verwante woorden van "keilen":


Wiktionary: keilen


Cross Translation:
FromToVia
keilen schleudern; werfen; speien; ausspeien; auswerfen; spucken jeterlancer avec la main ou de quelque autre manière.