Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. loten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lootte (Nederlands) in het Duits

lootte vorm van loten:

loten werkwoord (loot, lootte, lootten, geloot)

  1. loten (verloten)
    verlosen; auslosen
    • verlosen werkwoord (verlose, verlost, verloste, verlostet, verlost)
    • auslosen werkwoord (lose aus, losest aus, lost aus, loste aus, lostet aus, ausgelost)

Conjugations for loten:

o.t.t.
  1. loot
  2. loot
  3. loot
  4. loten
  5. loten
  6. loten
o.v.t.
  1. lootte
  2. lootte
  3. lootte
  4. lootten
  5. lootten
  6. lootten
v.t.t.
  1. heb geloot
  2. hebt geloot
  3. heeft geloot
  4. hebben geloot
  5. hebben geloot
  6. hebben geloot
v.v.t.
  1. had geloot
  2. had geloot
  3. had geloot
  4. hadden geloot
  5. hadden geloot
  6. hadden geloot
o.t.t.t.
  1. zal loten
  2. zult loten
  3. zal loten
  4. zullen loten
  5. zullen loten
  6. zullen loten
o.v.t.t.
  1. zou loten
  2. zou loten
  3. zou loten
  4. zouden loten
  5. zouden loten
  6. zouden loten
diversen
  1. loot!
  2. loot!
  3. geloot
  4. lotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor loten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auslosen loten; verloten inloten; uitloten
verlosen loten; verloten

Verwante woorden van "loten":