Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ontluiken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontloken (Nederlands) in het Duits

ontloken vorm van ontluiken:

ontluiken werkwoord (ontluik, ontluikt, ontlook, ontloken, ontloken)

  1. ontluiken (zich ontsluiten; opbloeien)
    entfalten; aufblühen; erblühen
    • entfalten werkwoord (entfalte, entfaltest, entfaltet, entfaltete, entfaltetet, entfaltet)
    • aufblühen werkwoord (blühe auf, blühst auf, blüht auf, blühte auf, blühtet auf, aufgeblüht)
    • erblühen werkwoord (erblühe, erblühst, erblüht, erblühte, erblühtet, erblüht)

Conjugations for ontluiken:

o.t.t.
  1. ontluik
  2. ontluikt
  3. ontluikt
  4. ontluiken
  5. ontluiken
  6. ontluiken
o.v.t.
  1. ontlook
  2. ontlook
  3. ontlook
  4. ontloken
  5. ontloken
  6. ontloken
v.t.t.
  1. ben ontloken
  2. bent ontloken
  3. is ontloken
  4. zijn ontloken
  5. zijn ontloken
  6. zijn ontloken
v.v.t.
  1. was ontloken
  2. was ontloken
  3. was ontloken
  4. waren ontloken
  5. waren ontloken
  6. waren ontloken
o.t.t.t.
  1. zal ontluiken
  2. zult ontluiken
  3. zal ontluiken
  4. zullen ontluiken
  5. zullen ontluiken
  6. zullen ontluiken
o.v.t.t.
  1. zou ontluiken
  2. zou ontluiken
  3. zou ontluiken
  4. zouden ontluiken
  5. zouden ontluiken
  6. zouden ontluiken
diversen
  1. ontluik!
  2. ontluikt!
  3. ontloken
  4. ontluikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontluiken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufblühen ontluiken; opbloeien; zich ontsluiten ontplooien; opbloeien; opfleuren; tot bloei komen; tot volle wasdom komen
entfalten ontluiken; opbloeien; zich ontsluiten afwisselen; herzien; ontplooien; ontvouwen; ontwikkelen; opbloeien; openspreiden; openvouwen; opfleuren; tot bloei komen; tot ontwikkeling brengen; tot volle wasdom komen; tot wasdom komen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen; veranderen; verwisselen; wijzigen
erblühen ontluiken; opbloeien; zich ontsluiten bijkomen; fleurig maken; ontplooien; ontwikkelen; op adem komen; opbloeien; opfleuren; tot bloei komen; tot volle wasdom komen; tot wasdom komen

Wiktionary: ontluiken

ontluiken
verb
  1. (ergatief) het opengaan van knoppen.
ontluiken
Cross Translation:
FromToVia
ontluiken knospen bud — to form buds