Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rijpen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rijpte (Nederlands) in het Duits

rijpen:

rijpen werkwoord (rijp, rijpt, rijpte, rijpten, gerijpt)

  1. rijpen (rijp worden)
    reifen
    • reifen werkwoord (reife, reifst, reift, reifte, reiftet, gereift)

Conjugations for rijpen:

o.t.t.
  1. rijp
  2. rijpt
  3. rijpt
  4. rijpen
  5. rijpen
  6. rijpen
o.v.t.
  1. rijpte
  2. rijpte
  3. rijpte
  4. rijpten
  5. rijpten
  6. rijpten
v.t.t.
  1. ben gerijpt
  2. bent gerijpt
  3. is gerijpt
  4. zijn gerijpt
  5. zijn gerijpt
  6. zijn gerijpt
v.v.t.
  1. was gerijpt
  2. was gerijpt
  3. was gerijpt
  4. waren gerijpt
  5. waren gerijpt
  6. waren gerijpt
o.t.t.t.
  1. zal rijpen
  2. zult rijpen
  3. zal rijpen
  4. zullen rijpen
  5. zullen rijpen
  6. zullen rijpen
o.v.t.t.
  1. zou rijpen
  2. zou rijpen
  3. zou rijpen
  4. zouden rijpen
  5. zouden rijpen
  6. zouden rijpen
diversen
  1. rijp!
  2. rijpt!
  3. gerijpt
  4. rijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

rijpen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. rijpen (rijpingsproces)
    der Gärungsprozeß; die Gärung

Vertaal Matrix voor rijpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gärung rijpen; rijpingsproces gisting
Gärungsprozeß rijpen; rijpingsproces fermentatieproces; gisting; gistingsproces
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reifen rijp worden; rijpen

Verwante woorden van "rijpen":


Wiktionary: rijpen

rijpen
verb
  1. rijp worden

Cross Translation:
FromToVia
rijpen reifen mature — to become mature; to ripen
rijpen reifen ripen — to grow ripe
rijpen altern season — to become mature
rijpen reifen murir — Arriver à maturation
rijpen reifen mûrir — Arriver à maturation

Computer vertaling door derden: