Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. cassette:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cassette (Nederlands) in het Duits

cassette:

cassette [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de cassette (cassettebandje)
    die Kassette; der Tonband
    • Kassette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Tonband [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cassette:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kassette cassette; cassettebandje audiocassette
Tonband cassette; cassettebandje geluidsband; magneetband

Verwante woorden van "cassette":

  • cassetten, cassettes

Verwante definities voor "cassette":

  1. houder met band met geluid en/of beeld1
    • op deze cassette staat de toespraak van de koningin1
  2. kist of koffertje1
    • het bruidspaar kreeg een cassette met bestek1

Wiktionary: cassette

cassette
noun
  1. een behuizing voor video- en audiobanden

Cross Translation:
FromToVia
cassette Zahnkranzpaket cassette — set of sprockets on a bicycle
cassette Kassette; Schatz; Tresor cassette — Traductions à trier suivant le sens
cassette Büchse; Schachtel; Kassette coffret — Petit coffre.