Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. coiffeur:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Coiffeur:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor coiffeur (Nederlands) in het Duits

coiffeur:

coiffeur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de coiffeur (kapper)
    der Friseur; die Coiffeurin; der Coiffeur; der Frisör

Vertaal Matrix voor coiffeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Coiffeur coiffeur; kapper barbier; kapper
Coiffeurin coiffeur; kapper coiffeuse; kapster
Friseur coiffeur; kapper barbier; kapper
Frisör coiffeur; kapper barbier; kapper

Verwante woorden van "coiffeur":


Wiktionary: coiffeur


Cross Translation:
FromToVia
coiffeur Friseurin; Friseur barber — profession



Duits

Uitgebreide vertaling voor coiffeur (Duits) in het Nederlands

Coiffeur:

Coiffeur [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Coiffeur (Friseur; Frisör)
    de barbier; de kapper
    • barbier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Coiffeur (Friseur; Coiffeurin; Frisör)
    de kapper; de coiffeur
    • kapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • coiffeur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Coiffeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barbier Coiffeur; Friseur; Frisör
coiffeur Coiffeur; Coiffeurin; Friseur; Frisör
kapper Coiffeur; Coiffeurin; Friseur; Frisör Kapernstrauch

Synoniemen voor "Coiffeur":