Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. halter:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Halter:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor halter (Nederlands) in het Duits

halter:

halter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de halter
    die Hantel
    • Hantel [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor halter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hantel halter

Verwante woorden van "halter":

  • halters, haltertje, haltertjes

Wiktionary: halter

halter
noun
  1. Sport: Eisenstange beziehungsweise Eisenstab, an deren Enden man scheiben- oder kugelförmige Gewichte angebracht hat



Duits

Uitgebreide vertaling voor halter (Duits) in het Nederlands

Halter:

Halter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Halter (Federhalter)
    de houder; de penhouder
    • houder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • penhouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Halter (Kleiderbügel; Bügel)
    de klerenhanger; het knaapje; de hanger
    • klerenhanger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knaapje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hanger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Halter (Konzessionär; Lizenzinhaber; Inhaber; Kleinhändler)
    de licentiehouder; de vergunninghouder
  4. der Halter (Kleiderbügel; Hänger; Aufhänger)
    de kleerhanger; het knaapje

Vertaal Matrix voor Halter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hanger Bügel; Halter; Kleiderbügel
houder Federhalter; Halter Basisstation; Besitzer; Besitzerin; Dockingstation; Eigentümer; Eigentümerin; Federhalter; Inhaber; Inhaberin; Lizenzinhaber
kleerhanger Aufhänger; Halter; Hänger; Kleiderbügel
klerenhanger Bügel; Halter; Kleiderbügel
knaapje Aufhänger; Bügel; Halter; Hänger; Kleiderbügel
licentiehouder Halter; Inhaber; Kleinhändler; Konzessionär; Lizenzinhaber
penhouder Federhalter; Halter
vergunninghouder Halter; Inhaber; Kleinhändler; Konzessionär; Lizenzinhaber

Synoniemen voor "Halter":