Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
-
lulzuiger:
-
Wiktionary:
lulzuiger → Schwanzlutscherin, Schwanzlutscher
-
Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lulzuiger (Nederlands) in het Duits
lulzuiger: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- lul: Schwanz; Rute; Penis; Pimmel; Opfer; Dumme; Geschädigte; Düpierte; Lump; Schuft; Dreckskerl; Schurke; Halunke; Grobian
- zuiger: Kolben
- lullen: plaudern; quatschen; klatschen; schwatzen; tratschen; schwätzen; quasseln; plappern; schnattern; schwafeln; babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; Schwänze
Wiktionary: lulzuiger
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lulzuiger | → Schwanzlutscherin; Schwanzlutscher | ↔ cocksucker — a fellator |