Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. snoek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snoeken (Nederlands) in het Duits

snoeken:


Verwante woorden van "snoeken":


Wiktionary: snoeken


Cross Translation:
FromToVia
snoeken fischen; angeln fish — intransitive: to try to catch fish

snoek:

snoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snoek
    der Hecht
    • Hecht [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor snoek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hecht snoek butler; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; snoekduik
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hecht snoek

Verwante woorden van "snoek":

  • snoeken

Wiktionary: snoek

snoek
noun
  1. een roofvis die in zoete wateren voorkomt
snoek
noun
  1. Ichthyologie: länglicher Raubfisch des Süßwassers, mit langem Kopf und starken Zähnen

Cross Translation:
FromToVia
snoek Hecht pike — any fish of the genus Esox
snoek Hecht brochetpoisson d’eau doux, au corps allonger et dont la bouche est garnir de dents nombreux, fortes et pointues (genre Esox).
snoek Hecht grand brochet — zoologie|nocat Espèce de poisson osseux d'eau douce, un brochet qui habite les fleuves et rivières, les lacs et les étangs d'Europe, d'Amérique du Nord, d'Asie et du Maroc.