Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: toehoorders

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: toehoorders

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

toehoorder:
- Zuhörer
Wiktionary:
- toehoorders → Zuhörerschaft, Audienz, Empfang
- toehoorder → Zuhörer, Lauscher, Hörer, Hörender

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toehoorders (Nederlands) in het Duits

toehoorders vorm van toehoorder:

toehoorder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de toehoorder
der Zuhörer
- Zuhörer [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toehoorder:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Zuhörer	toehoorder	luisteraar

Verwante woorden van "toehoorder":

toehoorders

Wiktionary: toehoorder

Cross Translation:

From	To	Via
• toehoorder	→ Zuhörer; Lauscher; Hörer; Hörender	↔ auditeur — Celui, celle qui écoute un discours, une lecture, un récit, une leçon, une exécution musicale, etc.

Wiktionary: toehoorders

Cross Translation:

From	To	Via
• toehoorders	→ Zuhörerschaft; Audienz; Empfang	↔ audience — Traductions à trier suivant le sens
• toehoorders	→ Zuhörerschaft	↔ auditoire — Assemblée qui écouter une personne parlant ou lire en public ou interpréter une œuvre lyrique ou instrumentale.