Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- bad:
- bidden:
- Wiktionary:
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- bad:
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bad (Nederlands) in het Engels
bad:
-
het bad (zwembad)
-
het bad
the tub; the bath; the bathtub; the bathing tub– a relatively large open container that you fill with water and use to wash the body 1
Vertaal Matrix voor bad:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bath | bad | |
bathing tub | bad | |
bathtub | bad | |
pool | bad; zwembad | inzet; plas; poel; pool; pot; poule; speelgeld; vijver |
swimming pool | bad; zwembad | |
tub | bad | badkuip; bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; tobbe; ton; vat; waskuip |
Verwante woorden van "bad":
Verwante definities voor "bad":
bad vorm van bidden:
Conjugations for bidden:
o.t.t.
- bid
- bidt
- bidt
- bidden
- bidden
- bidden
o.v.t.
- bad
- bad
- bad
- baden
- baden
- baden
v.t.t.
- heb gebeden
- hebt gebeden
- heeft gebeden
- hebben gebeden
- hebben gebeden
- hebben gebeden
v.v.t.
- had gebeden
- had gebeden
- had gebeden
- hadden gebeden
- hadden gebeden
- hadden gebeden
o.t.t.t.
- zal bidden
- zult bidden
- zal bidden
- zullen bidden
- zullen bidden
- zullen bidden
o.v.t.t.
- zou bidden
- zou bidden
- zou bidden
- zouden bidden
- zouden bidden
- zouden bidden
diversen
- bid!
- bidt!
- gebeden
- biddende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
bidden (gebed)
Vertaal Matrix voor bidden:
Verwante definities voor "bidden":
Wiktionary: bidden
bidden
Cross Translation:
verb
bidden
verb
-
to utter a greeting or salutation
-
to beg
-
to petition a higher being
-
to talk to God
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bidden | → implore | ↔ implorer — demander humblement et avec instance, secours, faveur, ou grâce. |
• bidden | → pray; ask; ask for; beg; bid; request; apply; seek; apply for | ↔ prier — adorer la divinité en lui demander une grâce, en la remercier d’une grâce. |
• bidden | → solicit; beg; implore; plead; appeal; beseech; attract; draw; allure | ↔ solliciter — inciter ou exciter à faire quelque chose. |
Verwante vertalingen van bad
Engels
Uitgebreide vertaling voor bad (Engels) in het Nederlands
bad:
-
bad (mean)
-
bad (inaccurate; incorrect; faulty; wrong; amiss; wrongly; false; off target; off)
-
bad (weak; slackly; abstemious; feeble; frail; poor; faint)
-
bad (behind one's back; vicious; vile; scurvy; nasty; low; jarring; foul; ribald; offensive; indecent; falsely; mean; secretly)
stiekem; in het geniep; snood; gluiperig; achterbaks; geniepig-
stiekem bijvoeglijk naamwoord
-
in het geniep bijvoeglijk naamwoord
-
snood bijvoeglijk naamwoord
-
gluiperig bijvoeglijk naamwoord
-
achterbaks bijvoeglijk naamwoord
-
geniepig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bad:
Verwante woorden van "bad":
Synoniemen voor "bad":
Antoniemen van "bad":
Verwante definities voor "bad":
Wiktionary: bad
bad
Cross Translation:
adjective
bad
-
evil, wicked
-
tricky; stressful; unpleasant
- bad → naar; onaangenaam
-
not suitable or fitting
- bad → ongepast
-
seemingly non-appropriate, in manners
- bad → ongepast; ongemanierd; verkeerd
-
not good
- bad → slecht
adjective
-
bijzonder slecht, waardeloos
-
kwaad, tegen de moraal
-
niet goed
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bad | → zlecht; zwak | ↔ schlecht — qualitativ nicht gut, nicht den Anforderungen oder Erwartungen entsprechend; unter Durchschnitt |
• bad | → slecht; verkeerd; beroerd; kwaad; kwalijk | ↔ mauvais — défavorable ; qui cause une impression défavorable. |