Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bezoekrecht (Nederlands) in het Engels
bezoekrecht: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- bezoek: visitors
- recht: right; justice; righteousness; straight; perpendicular; erect; dead straight; bolt upright; common law; customary law; unwritten law; demand; claim; ownership; title; legal title; legal ground; jurisdiction; jurisprudence; administration of justice
- bezoeken: visit; drop by; drop in; pass; look for; look up; call on; seek out; call at; come past
Wiktionary: bezoekrecht
bezoekrecht
noun
-
right to visit one's child
Computer vertaling door derden: