Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. decadent:
  2. Wiktionary:
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. decadent:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor decadent (Nederlands) in het Engels

decadent:

decadent bijvoeglijk naamwoord

  1. decadent
    decadent; succulent

Vertaal Matrix voor decadent:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decadent decadent
succulent decadent mals; sappig

Verwante woorden van "decadent":

  • decadenter, decadentere, decadente

Verwante definities voor "decadent":

  1. slap geworden door teveel luxe1
    • het is decadent om elke dag een warm bad te eisen1

Wiktionary: decadent

decadent
adjective
  1. ontaard, verworden

Cross Translation:
FromToVia
decadent decadent décadent — (histoire) Qui appartenir à ce que l'on considère comme époque de décadence.



Engels

Uitgebreide vertaling voor decadent (Engels) in het Nederlands

decadent:

decadent bijvoeglijk naamwoord

  1. decadent (succulent)
    decadent

Vertaal Matrix voor decadent:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decadent decadent; succulent
- effete

Verwante woorden van "decadent":

  • decadently

Synoniemen voor "decadent":

  • effete; indulgent
  • bad person

Verwante definities voor "decadent":

  1. marked by excessive self-indulgence and moral decay2
    • a decadent life of excessive money and no sense of responsibility2
  2. a person who has fallen into a decadent state (morally or artistically)2

Wiktionary: decadent

decadent
Cross Translation:
FromToVia
decadent decadent décadent — (histoire) Qui appartenir à ce que l'on considère comme époque de décadence.