Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. surfen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor surfen (Nederlands) in het Engels

surfen:

surfen werkwoord

  1. surfen
    to surf
    • surf werkwoord (surfs, surfed, surfing)

Vertaal Matrix voor surfen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
surf branding
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
surf surfen

Wiktionary: surfen

surfen
verb
  1. move on the internet
  2. to ride a wave
  3. to browse the Internet

Cross Translation:
FromToVia
surfen surfing SurfenSport, Freizeit: das Wellenreiten
surfen surfing Surfen — (umgangssprachlich) die Navigation im Internet, das Springen von Seite zu Seite über Links
surfen surf surfenWellen reiten auf einem Brett
surfen surf surfer — Sur internet

Computer vertaling door derden: