Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor openlijk (Nederlands) in het Engels
openlijk:
-
openlijk (onomwonden; rechttoe rechtaan; cru; onverbloemd; onverholen)
crude; straightforward; frank; outspoken; blunt; straight; overt; explicit; openly; square; plain-
crude bijvoeglijk naamwoord
-
straightforward bijvoeglijk naamwoord
-
frank bijvoeglijk naamwoord
-
outspoken bijvoeglijk naamwoord
-
blunt bijvoeglijk naamwoord
-
straight bijvoeglijk naamwoord
-
overt bijvoeglijk naamwoord
-
explicit bijvoeglijk naamwoord
-
openly bijwoord
-
square bijvoeglijk naamwoord
-
plain bijvoeglijk naamwoord
-
-
openlijk (ronduit)
Vertaal Matrix voor openlijk:
Verwante woorden van "openlijk":
Wiktionary: openlijk
openlijk
openlijk
adjective
-
bellowing, as a calf; bawling; brawling; clamoring; disagreeably clamorous
-
open and not secret
-
openly
Computer vertaling door derden: