Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor paraderen (Nederlands) in het Engels
paraderen:
-
paraderen
Conjugations for paraderen:
o.t.t.
- paradeer
- paradeert
- paradeert
- paraderen
- paraderen
- paraderen
o.v.t.
- paradeerde
- paradeerde
- paradeerde
- paradeerden
- paradeerden
- paradeerden
v.t.t.
- heb geparadeerd
- hebt geparadeerd
- heeft geparadeerd
- hebben geparadeerd
- hebben geparadeerd
- hebben geparadeerd
v.v.t.
- had geparadeerd
- had geparadeerd
- had geparadeerd
- hadden geparadeerd
- hadden geparadeerd
- hadden geparadeerd
o.t.t.t.
- zal paraderen
- zult paraderen
- zal paraderen
- zullen paraderen
- zullen paraderen
- zullen paraderen
o.v.t.t.
- zou paraderen
- zou paraderen
- zou paraderen
- zouden paraderen
- zouden paraderen
- zouden paraderen
diversen
- paradeer!
- paradeert!
- geparadeerd
- paraderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor paraderen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
parade | defilé; parade | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
parade | paraderen | exposeren; flaneren; kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; tentoonstellen; tonen; vertonen; voor ogen brengen; wandelen |