Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. pronken:
  2. pronk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pronken (Nederlands) in het Engels

pronken:

pronken werkwoord (pronk, pronkt, pronkte, pronkten, gepronken)

  1. pronken (pralen; te kijk lopen met; geuren)
    to show off
    • show off werkwoord (shows off, showed off, showing off)

Conjugations for pronken:

o.t.t.
  1. pronk
  2. pronkt
  3. pronkt
  4. pronken
  5. pronken
  6. pronken
o.v.t.
  1. pronkte
  2. pronkte
  3. pronkte
  4. pronkten
  5. pronkten
  6. pronkten
v.t.t.
  1. heb gepronken
  2. hebt gepronken
  3. heeft gepronken
  4. hebben gepronken
  5. hebben gepronken
  6. hebben gepronken
v.v.t.
  1. had gepronken
  2. had gepronken
  3. had gepronken
  4. hadden gepronken
  5. hadden gepronken
  6. hadden gepronken
o.t.t.t.
  1. zal pronken
  2. zult pronken
  3. zal pronken
  4. zullen pronken
  5. zullen pronken
  6. zullen pronken
o.v.t.t.
  1. zou pronken
  2. zou pronken
  3. zou pronken
  4. zouden pronken
  5. zouden pronken
  6. zouden pronken
diversen
  1. pronk!
  2. pronkt!
  3. gepronken
  4. pronkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor pronken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
show off geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; tentoonspreiden; uitspringen; uitstallen; uitsteken

Verwante woorden van "pronken":


Wiktionary: pronken

pronken
verb
  1. vertoon maken met mooie dingen
pronken
verb
  1. to display with ostentation

Cross Translation:
FromToVia
pronken parade; display; flaunt; strut parader — Traductions à trier suivant le sens

pronken vorm van pronk:

pronk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pronk (praal; pracht; glans; luister)
    the splendour; the glory; the splendor
    • splendour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • glory [the ~] zelfstandig naamwoord
    • splendor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor pronk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glory glans; luister; praal; pracht; pronk befaamdheid; beroemdheid; gelukzaligheid; glorie; heerlijkheid; in de mode zijn; populariteit; roem
splendor glans; luister; praal; pracht; pronk fonkelen; fonkeling; glitter; glorie; schittering; sprankelen
splendour glans; luister; praal; pracht; pronk fonkelen; fonkeling; glitter; glorie; schittering; sprankelen

Verwante woorden van "pronk":


Wiktionary: pronk


Cross Translation:
FromToVia
pronk state; pomp; ceremony GeprängePrunk, Prachtentfaltung