Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- ban:
- bannen:
- Wiktionary:
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- ban:
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ban (Nederlands) in het Engels
ban:
-
de ban (kerkban)
-
de ban (betoverende invloed)
the under the spell
Vertaal Matrix voor ban:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ban | ban; kerkban | boycot; exportverbod; uitvoerverbod; verbod |
excommunication | ban; kerkban | boycot |
under the spell | ban; betoverende invloed | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ban | bannen; bezweren; schorsen; suspenderen; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verbieden; verdrijven; verjagen; wegjagen |
Verwante woorden van "ban":
Wiktionary: ban
ban
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ban | → anathema; ban; excommunication | ↔ anathème — (christianisme) sentence de malédiction qui retrancher de la communion de l’Église. |
• ban | → territory; turf | ↔ territoire — étendue de terre plus ou moins précisément délimitée. |
bannen:
Conjugations for bannen:
o.t.t.
- ban
- bant
- bant
- bannen
- bannen
- bannen
o.v.t.
- bande
- bande
- bande
- banden
- banden
- banden
v.t.t.
- heb geband
- hebt geband
- heeft geband
- hebben geband
- hebben geband
- hebben geband
v.v.t.
- had geband
- had geband
- had geband
- hadden geband
- hadden geband
- hadden geband
o.t.t.t.
- zal bannen
- zult bannen
- zal bannen
- zullen bannen
- zullen bannen
- zullen bannen
o.v.t.t.
- zou bannen
- zou bannen
- zou bannen
- zouden bannen
- zouden bannen
- zouden bannen
diversen
- ban!
- bant!
- geband
- bannende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bannen:
Verwante woorden van "bannen":
Engels
Uitgebreide vertaling voor ban (Engels) in het Nederlands
ban:
Conjugations for ban:
present
- ban
- ban
- bans
- ban
- ban
- ban
simple past
- banned
- banned
- banned
- banned
- banned
- banned
present perfect
- have banned
- have banned
- has banned
- have banned
- have banned
- have banned
past continuous
- was banning
- were banning
- was banning
- were banning
- were banning
- were banning
future
- shall ban
- will ban
- will ban
- shall ban
- will ban
- will ban
continuous present
- am banning
- are banning
- is banning
- are banning
- are banning
- are banning
subjunctive
- be banned
- be banned
- be banned
- be banned
- be banned
- be banned
diverse
- ban!
- let's ban!
- banned
- banning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the ban (prohibition; interdiction; suppression)
-
the ban (excommunication)
-
the ban (excommunication)
-
the ban (export embargo; prohibition of exports)
Vertaal Matrix voor ban:
Verwante woorden van "ban":
Synoniemen voor "ban":
Verwante definities voor "ban":
BAN:
Vertaal Matrix voor BAN:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | Bachelor of Arts in Nursing |