Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rijm:
  2. rijmen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rijm (Nederlands) in het Engels

rijm:

rijm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rijm
    the rhyme
    • rhyme [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rijm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rhyme rijm gerijmel; rijmelarij; rijmpje; rijmwoord
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rhyme rijmen

Verwante woorden van "rijm":


Wiktionary: rijm

rijm
noun
  1. een vers waarvan een regel eindigt in een woord dat klankverwantschap vertoont met het einde van een andere regel
rijm
noun
  1. frozen dew drops
  2. cover of minute ice crystals
  3. verse, poetry
  4. rhyming; sameness of sound of some parts of words, as ‘the poem exhibits rhyme’
  5. hoarfrost

Cross Translation:
FromToVia
rijm rhyme Reim — lautliche Übereinstimmung oder Ähnlichkeit in gleicher Position bei sprachlichen Ausdrücken
rijm hard rime; frost; hoarfrost; rime; glaze givre — Légère couche de glace dont se couvrent les arbres, les buissons. etc., quand la température devient assez froide pour congeler l’humidité qui est dans l’air.

rijmen:

rijmen werkwoord (rijm, rijmt, rijmde, rijmden, gerijmd)

  1. rijmen
    to rhyme
    • rhyme werkwoord (rhymes, rhymed, rhyming)

Conjugations for rijmen:

o.t.t.
  1. rijm
  2. rijmt
  3. rijmt
  4. rijmen
  5. rijmen
  6. rijmen
o.v.t.
  1. rijmde
  2. rijmde
  3. rijmde
  4. rijmden
  5. rijmden
  6. rijmden
v.t.t.
  1. heb gerijmd
  2. hebt gerijmd
  3. heeft gerijmd
  4. hebben gerijmd
  5. hebben gerijmd
  6. hebben gerijmd
v.v.t.
  1. had gerijmd
  2. had gerijmd
  3. had gerijmd
  4. hadden gerijmd
  5. hadden gerijmd
  6. hadden gerijmd
o.t.t.t.
  1. zal rijmen
  2. zult rijmen
  3. zal rijmen
  4. zullen rijmen
  5. zullen rijmen
  6. zullen rijmen
o.v.t.t.
  1. zou rijmen
  2. zou rijmen
  3. zou rijmen
  4. zouden rijmen
  5. zouden rijmen
  6. zouden rijmen
diversen
  1. rijm!
  2. rijmt!
  3. gerijmd
  4. rijmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rijmen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rhyme gerijmel; rijm; rijmelarij; rijmpje; rijmwoord
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rhyme rijmen

Verwante woorden van "rijmen":


Wiktionary: rijmen

rijmen
verb
  1. transitive, to rhyme with
  2. put words together

Cross Translation:
FromToVia
rijmen bring into agreement; reconcile; bring into accord; grant accordermettre d’accord.
rijmen be in agreement; coincide; match; agree; conform concorder — Être en concordance.
rijmen correspond; coincide; match; agree; conform; adhere; comply correspondre — Être en rapport de symétrie et d’harmonie avec quelque chose.