Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- doorvoeren:
- doorvaren:
- doorvoer:
-
Wiktionary:
- doorvoeren → apply, employ, make use of, use, turn to account, put on, lay down, place, put, put down, lay, set, practice, administer, attach, put onto, add, append, assign, paste, exert, practise, put into practice, realize, realise, achieve, accomplish, fulfil, carry through, produce
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor doorvoeren (Nederlands) in het Engels
doorvoeren:
-
doorvoeren
Conjugations for doorvoeren:
o.t.t.
- voer door
- voert door
- voert door
- voeren door
- voeren door
- voeren door
o.v.t.
- voerde door
- voerde door
- voerde door
- voerden door
- voerden door
- voerden door
v.t.t.
- heb doorgevoerd
- hebt doorgevoerd
- heeft doorgevoerd
- hebben doorgevoerd
- hebben doorgevoerd
- hebben doorgevoerd
v.v.t.
- had doorgevoerd
- had doorgevoerd
- had doorgevoerd
- hadden doorgevoerd
- hadden doorgevoerd
- hadden doorgevoerd
o.t.t.t.
- zal doorvoeren
- zult doorvoeren
- zal doorvoeren
- zullen doorvoeren
- zullen doorvoeren
- zullen doorvoeren
o.v.t.t.
- zou doorvoeren
- zou doorvoeren
- zou doorvoeren
- zouden doorvoeren
- zouden doorvoeren
- zouden doorvoeren
en verder
- is doorgevoerd
- zijn doorgevoerd
diversen
- voer door!
- voert door!
- doorgevoerd
- doorvoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor doorvoeren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
carry through | doorvoeren |
Verwante woorden van "doorvoeren":
Wiktionary: doorvoeren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• doorvoeren | → apply; employ; make use of; use; turn to account; put on; lay down; place; put; put down; lay; set; practice; administer; attach; put onto; add; append; assign; paste | ↔ appliquer — mettre une chose sur une autre, soit pour qu’elle y demeure adhérente, être pour qu’elle y laisser une empreinte, soit simplement pour qu’elle y toucher. |
• doorvoeren | → exert; practise; put into practice; apply; practice; administer | ↔ pratiquer — Traductions à trier suivant le sens. |
• doorvoeren | → realize; realise; achieve; accomplish; fulfil; carry through; produce | ↔ réaliser — construire |
doorvoeren vorm van doorvaren:
-
doorvaren
Conjugations for doorvaren:
o.t.t.
- vaar door
- vaart door
- vaart door
- varen door
- varen door
- varen door
o.v.t.
- voer door
- voer door
- voer door
- voeren door
- voeren door
- voeren door
v.t.t.
- ben doorgevaard
- bent doorgevaard
- is doorgevaard
- zijn doorgevaard
- zijn doorgevaard
- zijn doorgevaard
v.v.t.
- was doorgevaard
- was doorgevaard
- was doorgevaard
- waren doorgevaard
- waren doorgevaard
- waren doorgevaard
o.t.t.t.
- zal doorvaren
- zult doorvaren
- zal doorvaren
- zullen doorvaren
- zullen doorvaren
- zullen doorvaren
o.v.t.t.
- zou doorvaren
- zou doorvaren
- zou doorvaren
- zouden doorvaren
- zouden doorvaren
- zouden doorvaren
diversen
- vaar door!
- vaart door!
- doorgevaard
- doorvarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor doorvaren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pass through | doorvaren | doorheen reizen; doorreizen; reizen door |
pass through by boat | doorvaren | |
travel through | doorvaren | doorheen reizen; doorreizen; reizen door |
doorvoer:
-
de doorvoer (transito)
-
de doorvoer
the throughput– The data transfer rate of a network, measured as the number of bits per second transmitted. 1
Vertaal Matrix voor doorvoer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
throughput | doorvoer | doorvoercapaciteit |
transit | doorvoer; transito |
Verwante woorden van "doorvoer":
Computer vertaling door derden: