Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- gaping:
- gape:
-
Wiktionary:
- gape → gapen
- gape → geeuwen, dom kijken, gapen, aangapen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gaping (Nederlands) in het Engels
gaping:
-
de gaping (hiaat)
Vertaal Matrix voor gaping:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blank | gaping; hiaat | formulier; invulformulier; lacune; ledigheid; leegte; leemte |
gap | gaping; hiaat | barst; gat; gebrek; gleuf; groef; inkeping; interim; kier; kloof; lacune; leegte; leemte; manco; onderbreking; opening; reet; scheur; sleuf; split; tussenpoos; tussentijd; uitsparing; zwakheid |
hiatus | gaping; hiaat | lacune; leegte; leemte |
lacuna | gaping; hiaat | lacune; leegte; leemte |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blank | blanco; blank; inhoudsloos; leeg; loos; met de mond vol tanden; met open mond; onbeschreven; ongelakt; oningevuld; sprakeloos; uitdrukkingsloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; vrij; wezenloos; wit; wit van huidskleur; zonder taak |
Verwante woorden van "gaping":
Engels
Uitgebreide vertaling voor gaping (Engels) in het Nederlands
gaping:
Vertaal Matrix voor gaping:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verbaasd aangapen | gaping; giving a look of surprise; staring; staring at | |
verbaasd aanstaren | gaping; giving a look of surprise; staring; staring at | |
verbaasd aanzien | gaping; giving a look of surprise; staring; staring at | gaping at; gazing at; staring at |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | agape |
Verwante woorden van "gaping":
Synoniemen voor "gaping":
Verwante definities voor "gaping":
gape:
Conjugations for gape:
present
- gape
- gape
- gapes
- gape
- gape
- gape
simple past
- gaped
- gaped
- gaped
- gaped
- gaped
- gaped
present perfect
- have gaped
- have gaped
- has gaped
- have gaped
- have gaped
- have gaped
past continuous
- was gaping
- were gaping
- was gaping
- were gaping
- were gaping
- were gaping
future
- shall gape
- will gape
- will gape
- shall gape
- will gape
- will gape
continuous present
- am gaping
- are gaping
- is gaping
- are gaping
- are gaping
- are gaping
subjunctive
- be gaped
- be gaped
- be gaped
- be gaped
- be gaped
- be gaped
diverse
- gape!
- let's gape!
- gaped
- gaping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor gape:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gapen | gape; gawk; gawp; yawn | |
geeuwen | gape; gawk; gawp; yawn | |
staarogen | gape; gaze; goggle; peer; stare | |
vergapen aan | gape; gape in administration at; gawk at | |
- | gawk; gawp; goggle; yaw; yawn | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | be loose |