Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. overlopen:
  2. overloop:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overlopen (Nederlands) in het Engels

overlopen:

overlopen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het overlopen (oversteken)
    the running over; the crossing over; the walking across

Vertaal Matrix voor overlopen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crossing over overlopen; oversteken
running over overlopen; oversteken
walking across overlopen; oversteken

Verwante woorden van "overlopen":


Wiktionary: overlopen

overlopen
verb
  1. tot boven de rand van een vat of dijk gevuld raken
  2. in de strijd van zijde wisselen
  3. door een onverwacht aantal mensen bezocht worden.
overlopen
verb
  1. to abandon; to change one's loyalty
  2. -

overlopen vorm van overloop:

overloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de overloop (verbindingsgang; hal; portaal)
    the corridor; the passage
    • corridor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • passage [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de overloop
    the landing
    – an intermediate platform in a staircase 1
    • landing [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor overloop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corridor hal; overloop; portaal; verbindingsgang corridor; doorgang; gang; passage; wandelgang
landing overloop afdaling; daling; landing; terechtkomen; val
passage hal; overloop; portaal; verbindingsgang corridor; doorgang; doorloop; doorrit; doortocht; doorvaart; gang; gangpad; overtocht; overvaart; passage; passus; tochtje; toertje; trip; uitje; uitstapje; zeereis

Verwante woorden van "overloop":


Wiktionary: overloop

overloop
noun
  1. an in-between platform

Cross Translation:
FromToVia
overloop corridor; passage; aisle; alley couloir — Passage long et étroit (sens général)

Verwante vertalingen van overlopen