Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zoeken:
  2. Zoeken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoeken (Nederlands) in het Engels

zoeken:

zoeken werkwoord (zoek, zoekt, zocht, zochten, gezocht)

  1. zoeken (afzoeken; zien te vinden)
    – proberen het of hem te vinden 1
    to search for
    • search for werkwoord (searches for, searched for, searching for)
    to seek; to look for
    – try to locate or discover, or try to establish the existence of 2
    • seek werkwoord (seeks, sought, seeking)
      • He sought for hidden gold.3
      • She sought for the meaning of life.3
    • look for werkwoord (looks for, looked for, looking for)
      • He was looking for his glasses.3
  2. zoeken
    – proberen het of hem te vinden 1
    to seek; to search; to look for
    – try to locate or discover, or try to establish the existence of 2
    • seek werkwoord (seeks, sought, seeking)
      • He sought for hidden gold.3
      • She sought for the meaning of life.3
    • search werkwoord (searches, searched, searching)
      • The police are searching for clues2
      • They are searching for the missing man in the entire county2
    • look for werkwoord (looks for, looked for, looking for)
      • He was looking for his glasses.3
  3. zoeken
    to search
    – To try to locate an object (a file, a folder, a computer, a text). 4
    • search werkwoord (searches, searched, searching)
  4. zoeken
    to seek
    – To move the read/write head in a disk drive to the proper site, typically for a read or write operation. 4
    • seek werkwoord (seeks, sought, seeking)
      • The HDD needed to seek the right location before it could start reading.3
  5. zoeken
    the seek
    – An action, usually a method call, that moves the current time of a timeline to a new position. 4
    • seek [the ~] zelfstandig naamwoord

Conjugations for zoeken:

o.t.t.
  1. zoek
  2. zoekt
  3. zoekt
  4. zoeken
  5. zoeken
  6. zoeken
o.v.t.
  1. zocht
  2. zocht
  3. zocht
  4. zochten
  5. zochten
  6. zochten
v.t.t.
  1. heb gezocht
  2. hebt gezocht
  3. heeft gezocht
  4. hebben gezocht
  5. hebben gezocht
  6. hebben gezocht
v.v.t.
  1. had gezocht
  2. had gezocht
  3. had gezocht
  4. hadden gezocht
  5. hadden gezocht
  6. hadden gezocht
o.t.t.t.
  1. zal zoeken
  2. zult zoeken
  3. zal zoeken
  4. zullen zoeken
  5. zullen zoeken
  6. zullen zoeken
o.v.t.t.
  1. zou zoeken
  2. zou zoeken
  3. zou zoeken
  4. zouden zoeken
  5. zouden zoeken
  6. zouden zoeken
diversen
  1. zoek!
  2. zoekt!
  3. gezocht
  4. zoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zoeken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. zoeken
    the searching
  2. zoeken (bladeren; browsen)
    to browse; browse for
    – To scan a database, a list of files, or the Internet, either for a particular item or for anything that seems to be of interest. 4

Vertaal Matrix voor zoeken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
search doorzoeking; fouilleren; huiszoeking; speurtocht; zoektocht
searching zoeken afstropen; afzoeken; geheel doorzoeken
seek zoeken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
browse bladeren; browsen; zoeken afgrazen; grasduinen; graseten; grazen; neuzen; snuffelen; speuren; weiden
browse for bladeren; browsen; zoeken
look for afzoeken; zien te vinden; zoeken aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; op zoek zijn naar; voorbijkomen
search zoeken doorzoeken; fouilleren; grondig doorzoeken; neuzen; speuren; uitkammen; visiteren
search for afzoeken; zien te vinden; zoeken naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren
seek afzoeken; zien te vinden; zoeken consulteren; mikken op; raadplegen; streven; streven naar

Antoniemen van "zoeken":


Verwante definities voor "zoeken":

  1. proberen het of hem te vinden1
    • ik ben mijn armband kwijt, ik heb overal gezocht1
  2. proberen het te krijgen1
    • hij zoekt werk1

Wiktionary: zoeken

zoeken
verb
  1. proberen te vinden
zoeken
verb
  1. search; seek
  2. to search
  3. to search for something
  4. search anything
  5. to look throughout (a place) for something
  6. (followed by "for") to look thoroughly
  7. to try to find

Cross Translation:
FromToVia
zoeken search; seek; look for suchentransitiv, auch mit nach: sich bemühen, etwas oder jemanden zu finden, das oder der verloren oder versteckt ist
zoeken look for; seek; search; search for; be after; go after chercher — Se donner du mouvement, du soin, de la peine pour découvrir quelqu’un ou quelque chose (Sens général)
zoeken tease; rail; ridicule; joke raillerplaisanter quelqu’un ou quelque chose, lui parler ou en parler avec moquerie.
zoeken look rechercher — (1)

Zoeken:

Zoeken werkwoord

  1. Zoeken
    the Find
    – A field in the main Communicator window where a user can search for a person by name or e-mail address. Communicator searches the corporate address book. 4
    • Find [the ~] zelfstandig naamwoord

Zoeken

  1. Zoeken (Opzoeken)
    the Look Up; the Search
    – The UI element that initiates the process of seeking a particular file or specific data. A search is carried out by a program through comparison or calculation to determine whether a match to some pattern exists or whether some other criteria have been met. 4
    • Look Up [the ~] zelfstandig naamwoord
    • Search [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zoeken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Find Zoeken
Look Up Opzoeken; Zoeken
Search Opzoeken; Zoeken Direct zoeken; Snel zoeken

Verwante vertalingen van zoeken