Nederlands
Uitgebreide vertaling voor fijn (Nederlands) in het Engels
fijn:
-
fijn (prettig; leuk; aangenaam; plezierig; behaaglijk; plezant)
pleasant; nice; lovely; easy going; good-
pleasant bijvoeglijk naamwoord
-
nice bijvoeglijk naamwoord
-
lovely bijvoeglijk naamwoord
-
easy going bijvoeglijk naamwoord
-
good bijvoeglijk naamwoord
-
-
fijn (slank en smal)
-
fijn (aangenaam; prettig; lekker)
-
fijn (subtiel)
-
fijn (teer; delicaat; kwetsbaar; teder; frèle; tenger; fijngevoelig; broos; fragiel; iel; zwak; breekbaar)
-
fijn (fijngebouwd; slank; dun; tenger; rank)
Vertaal Matrix voor fijn:
Verwante woorden van "fijn":
Synoniemen voor "fijn":
Antoniemen van "fijn":
Verwante definities voor "fijn":
Wiktionary: fijn
fijn
fijn
Cross Translation:
adjective
-
showing or requiring great precision or sensitive discernment
-
pleasant
-
made up of particularly small pieces
-
giving pleasure; pleasing in manner
-
food or drink: not grainy; having an even texture
-
beverage: having a pleasantly rounded flavor; neither rough nor astringent
-
great!
- great → fantastisch; fijn
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fijn | → dainty; delicate; fine; refined; gentle; sensitive; soft; tender; awkward | ↔ délicat — Qui est d’une très grande finesse, très délié. |
• fijn | → fine; subtle; delicate; light; thin; keen; acute | ↔ fin — délié, menu, mince ou étroit. |
• fijn | → orthodox; mainline; mainstream | ↔ orthodoxe — (religion) Qui est conforme à la droite et saine opinion en matière de religion. |
• fijn | → delicious; nice; tasty; tasteful | ↔ savoureux — Qui a une bonne saveur, une saveur agréable. |
• fijn | → succulent; tasty; delicious; tasteful | ↔ succulent — Savoureux |