Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rinkelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rinkelen (Nederlands) in het Engels

rinkelen:

rinkelen werkwoord (rinkel, rinkelt, rinkelde, rinkelden, gerinkeld)

  1. rinkelen (tingelen; tinkelen; klingelen)
    to tinkle; rattling; to jingle; to clang; to clink; to tinkle away; to jangle
    • tinkle werkwoord (tinkles, tinkled, tinkling)
    • rattling werkwoord
    • jingle werkwoord (jingles, jingled, jingling)
    • clang werkwoord (clangs, clanged, clanging)
    • clink werkwoord (clinks, clinked, clinking)
    • tinkle away werkwoord (tinkles away, tinkled away, tinkling away)
    • jangle werkwoord (jangles, jangled, jangling)

Conjugations for rinkelen:

o.t.t.
  1. rinkel
  2. rinkelt
  3. rinkelt
  4. rinkelen
  5. rinkelen
  6. rinkelen
o.v.t.
  1. rinkelde
  2. rinkelde
  3. rinkelde
  4. rinkelden
  5. rinkelden
  6. rinkelden
v.t.t.
  1. heb gerinkeld
  2. hebt gerinkeld
  3. heeft gerinkeld
  4. hebben gerinkeld
  5. hebben gerinkeld
  6. hebben gerinkeld
v.v.t.
  1. had gerinkeld
  2. had gerinkeld
  3. had gerinkeld
  4. hadden gerinkeld
  5. hadden gerinkeld
  6. hadden gerinkeld
o.t.t.t.
  1. zal rinkelen
  2. zult rinkelen
  3. zal rinkelen
  4. zullen rinkelen
  5. zullen rinkelen
  6. zullen rinkelen
o.v.t.t.
  1. zou rinkelen
  2. zou rinkelen
  3. zou rinkelen
  4. zouden rinkelen
  5. zouden rinkelen
  6. zouden rinkelen
diversen
  1. rinkel!
  2. rinkelt!
  3. gerinkeld
  4. rinkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rinkelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clink gerinkel
jingle kreupelrijm
rattling gekletter; gerammel
tinkle tengel; tingel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clang klingelen; rinkelen; tingelen; tinkelen kletteren; rammelen
clink klingelen; rinkelen; tingelen; tinkelen kletteren; rammelen
jangle klingelen; rinkelen; tingelen; tinkelen kletteren; rammelen
jingle klingelen; rinkelen; tingelen; tinkelen kletteren; rammelen
rattling klingelen; rinkelen; tingelen; tinkelen kletteren; rammelen
tinkle klingelen; rinkelen; tingelen; tinkelen bonzen; luiden
tinkle away klingelen; rinkelen; tingelen; tinkelen

Wiktionary: rinkelen

rinkelen
verb
  1. to produce the sound of a bell or a similar sound

Cross Translation:
FromToVia
rinkelen shrill schrillen(intransitiv) einen hohen, grellen und sehr lauten Ton erzeugen
rinkelen buzz; jingle; tinkle; chime; clank; clink; peal; ring; clang; sound; toll tinterfaire sonner lentement une cloche, en sorte que le battant ne frapper que d’un côté.

Computer vertaling door derden: