Nederlands
Uitgebreide vertaling voor oud (Nederlands) in het Engels
oud:
-
oud (bejaard)
-
oud (antiek; ouderwets)
antique; old fashioned; ancient; old; veteran-
antique bijvoeglijk naamwoord
-
old fashioned bijvoeglijk naamwoord
-
ancient bijvoeglijk naamwoord
-
old bijvoeglijk naamwoord
-
veteran bijvoeglijk naamwoord
-
-
oud (verschaald; plat; oudbakken; oubakken; muf)
-
oud (versleten; vervallen; afgeleefd; afgedragen; afgetrapt)
decrepit; worn out; worn; worn with age; kicked off-
decrepit bijvoeglijk naamwoord
-
worn out bijvoeglijk naamwoord
-
worn bijvoeglijk naamwoord
-
worn with age bijvoeglijk naamwoord
-
kicked off bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor oud:
Verwante woorden van "oud":
Synoniemen voor "oud":
Antoniemen van "oud":
Verwante definities voor "oud":
Wiktionary: oud
oud
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• oud | → old | ↔ alt — vor langer Zeit gemacht oder geschehen |
• oud | → old; venerable; aged; decayed; decrepit; dilapidated; lapsed; rickety; ramshackle; seedy; void | ↔ vieux — D’un certain âge (relatif à un autre). |
• oud | → old; aged | ↔ âgé — Qui a un certain nombre d’années, un certain âge. |