Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ontijdig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontijdig (Nederlands) in het Engels

ontijdig:

ontijdig bijvoeglijk naamwoord

  1. ontijdig (niet op het goede moment)
    untimely; inconvenient; ill-timed; not at the right time
  2. ontijdig (prematuur; voortijdig; te vroeg)
    premature

Vertaal Matrix voor ontijdig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ill-timed niet op het goede moment; ontijdig lastig; niet schikkend; storend
inconvenient niet op het goede moment; ontijdig hinderlijk; lastig; naar; niet schikkend; onaangenaam; oncomfortabel; ongelegen; ongemakkelijk; ongerieflijk; onoverzichtelijk; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; storend
premature ontijdig; prematuur; te vroeg; voortijdig onbezonnen; overhaast; overijld; voorbarig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
not at the right time niet op het goede moment; ontijdig
untimely niet op het goede moment; ontijdig onbezonnen; voorbarig

Verwante woorden van "ontijdig":

  • ontijdigheid, ontijdige

Wiktionary: ontijdig


Cross Translation:
FromToVia
ontijdig premature; untimely prématuré — Il se dit proprement des fruits qui mûrir avant le temps ordinaire.

Computer vertaling door derden: