Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tissue:
    • Wiktionary:
      tissue → tissue
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tissue:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tissue (Engels) in het Nederlands

tissue:

tissue [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tissue (web)
    het weefsel; weefsel anatomie

Vertaal Matrix voor tissue:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weefsel tissue; web cloth; fabric; fabrics; material; textile; textiles
weefsel anatomie tissue; web
- tissue paper
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- weave

Verwante woorden van "tissue":


Synoniemen voor "tissue":


Verwante definities voor "tissue":

  1. part of an organism consisting of an aggregate of cells having a similar structure and function1
  2. a soft thin (usually translucent) paper1
  3. create a piece of cloth by interlacing strands of fabric, such as wool or cotton1
    • tissue textiles1

Wiktionary: tissue

tissue
noun
  1. woven fabric
  2. sheet of absorbent paper
  3. aggregation of cells
tissue
noun
  1. een dunne geweven stof of textiel
  2. een groep van gelijkaardige lichaamscellen die dezelfde functie in een levend organisme vervullen

Cross Translation:
FromToVia
tissue weefsel Gewebein Lebewesen: ein Verband aus annähernd gleichartigen Zellen
tissue weefsel Gewebe — aus einem Garn hergestellter Stoff

Verwante vertalingen van tissue