Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. komma:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor komma (Nederlands) in het Engels

komma:

komma [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de komma
    the comma
    • comma [the ~] zelfstandig naamwoord

komma

  1. komma
    the comma
    – The , character. 1
    • comma [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor komma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comma komma

Verwante woorden van "komma":

  • kommaatje, kommaatjes

Verwante definities voor "komma":

  1. leesteken dat een pauze in de zin aangeeft2
    • als je pauzeert, plaats je een komma2

Wiktionary: komma

komma
noun
  1. Punctuation mark ','
  2. arithmetic: decimal point (note: many languages use a comma (',') rather than a dot as a decimal point, and hence the translations into these languages reflect this.)
  3. punctuation symbol

Cross Translation:
FromToVia
komma comma virgule — Signe de ponctuation indiquant une pause