Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. geliefd:
  2. gelieven:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geliefd (Nederlands) in het Engels

geliefd:

geliefd bijvoeglijk naamwoord

  1. geliefd (lief; dierbaar; toegenegen; bemind)
    precious; sweet; beloved; cherished; affectionate; popular; devote; dear; loved
  2. geliefd
    cherished; loved

Vertaal Matrix voor geliefd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beloved beminde; duifje; geliefd persoon; geliefde; geprefereerde; hartje; liefje; liefste; lieve; oogappel; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; uitverkorene; verkozene; vriendin
cherished bevoorrechte; voorgetrokkene
dear beminde; dot; duifje; engel; engeltje; geliefd persoon; lief persoon; liefje; liefste; lieve; lieveling; lieverd; oogappel; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoepje; snoes
loved bevoorrechte; voorgetrokkene
sweet beminde; dot; duifje; lekkers; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoepgoed; snoepjes; snoes; zoetigheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
devote bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; toewijden; verordenen; verordonneren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affectionate bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen aanhankelijk; dierbaar; favoriete; gehecht; geselecteerd; hartelijk; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; lievelings; minnelijk; toegenegen; verknocht; verkoren; vriendelijk
beloved bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen bevallig; dierbare; geliefde; lief
cherished bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen dierbaar; dierbare; favoriete; geliefde; geselecteerd; lieftallig; lievelings; toegenegen; verkoren
loved bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen
popular bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen begeerd; getapt; gevierd; gewild; geziene; gezocht; in de mode; populair; veelgevraagd; welkome
precious dierbaar; kostbaar; schattig; waardevol
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dear bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen allerliefst; beste; bevallig; dierbaar; dierbare; dottig; enig; favoriete; geliefde; geselecteerd; lief; lieve; lievelings; schattig; snoezig; toegenegen; verkoren; vertederend
devote bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen
precious bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen
sweet bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen aanbiddelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; dierbare; dottig; enig; geliefde; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; verrukkelijk; vertederend; zoet; zoetsmakend

Verwante woorden van "geliefd":

  • geliefder, geliefdere, geliefdst, geliefdste

Wiktionary: geliefd

geliefd
adjective
  1. precious to or greatly valued by someone
  2. loved; lovable
  3. loved
  4. liked by many people

gelieven:

gelieven werkwoord (gelief, gelieft, geliefde, geliefden, geliefd)

  1. gelieven (behagen; bevallen; plezieren; aanstaan)
    to enjoy; to please; to suit; pleasures; to love
    • enjoy werkwoord (enjoies, enjoyed, enjoying)
    • please werkwoord (pleases, pleased, pleasing)
    • suit werkwoord (suits, suited, suiting)
    • pleasures werkwoord
    • love werkwoord (loves, loved, loving)

Conjugations for gelieven:

o.t.t.
  1. gelief
  2. gelieft
  3. gelieft
  4. gelieven
  5. gelieven
  6. gelieven
o.v.t.
  1. geliefde
  2. geliefde
  3. geliefde
  4. geliefden
  5. geliefden
  6. geliefden
v.t.t.
  1. heb geliefd
  2. hebt geliefd
  3. heeft geliefd
  4. hebben geliefd
  5. hebben geliefd
  6. hebben geliefd
v.v.t.
  1. had geliefd
  2. had geliefd
  3. had geliefd
  4. hadden geliefd
  5. hadden geliefd
  6. hadden geliefd
o.t.t.t.
  1. zal gelieven
  2. zult gelieven
  3. zal gelieven
  4. zullen gelieven
  5. zullen gelieven
  6. zullen gelieven
o.v.t.t.
  1. zou gelieven
  2. zou gelieven
  3. zou gelieven
  4. zouden gelieven
  5. zouden gelieven
  6. zouden gelieven
en verder
  1. ben geliefd
  2. bent geliefd
  3. is geliefd
  4. zijn geliefd
  5. zijn geliefd
  6. zijn geliefd
diversen
  1. gelief!
  2. gelieft!
  3. gelieve
  4. geliefd
  5. gelievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gelieven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
love beminde; duifje; geliefde; genegenheid; innigheid; kindlief; liefde; liefje; liefste; lieve; lieveling; lieverd; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoepje; snoes; vriendin
suit colbertkostuum; kostuum; maatpak; pak
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enjoy aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren amuseren; genieten; genieten van; genot hebben van
love aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren beminnen; de liefde bedrijven; houden van; liefhebben; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen
please aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren aangenaam aandoen; aangenaam maken; aanstaan; begeerte stillen; believen; bevallen; bevredigen; blij maken; goeddunken; plezieren; tevreden stellen; tevredenstellen; vergenoegen; voldoening geven
pleasures aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren
suit aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren aangenaam aandoen; bevallen; conveniëren; deugen; gelegen komen; geschikt zijn; passen; passend zijn; plezieren; schikken; staan; uitkomen; zich aanpassen; zich schikken; zich voegen naar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
please ach; alsjeblieft; alstublieft; s.v.p.; toe

Verwante vertalingen van geliefd